носо́к Holandés

0 traducciones

Traducción	Contexto	Audio
neus común 🇪🇸 El niño se cayó y se le lastimó la nariz 🇳🇱 Het kind viel en had een verwonding aan zijn neus 🇪🇸 Me duele la nariz cuando tengo resfriado 🇳🇱 Ik heb pijn in mijn neus als ik verkouden ben	uso cotidiano
neus común 🇪🇸 El doctor examinó la nariz del paciente 🇳🇱 De arts onderzocht de neus van de patiënt 🇪🇸 La nariz es una parte importante del rostro 🇳🇱 De neus is een belangrijk onderdeel van het gezicht	formal
muts informal 🇪🇸 ¡Qué nariz tienes! 🇳🇱 Wat een muts heb je! 🇪🇸 Esa persona tiene una nariz muy grande 🇳🇱 Die persoon heeft een grote muts	jerga
hocico raro 🇪🇸 El animal movió su hocico 🇳🇱 Het dier bewoog zijn hocico 🇪🇸 El relato describe el hocico de un lobo 🇳🇱 Het verhaal beschrijft de kop van een wolf	literario